“Ik ben een cafédochter”, vertelt Kristel Van Eyck (42). “Mijn moeder baatte bij het dok vanMerksem het volkscafé Den Trammezand uit, terwijl mijn vader in de haven foreman was van de kuipers. In ons café kwamen veel dokwerkers een pintje drinken. Ik was dus van jongs af met het havenmilieu vertrouwd. Vader nam me heel dikwijls mee naar het Kot. Dat vond ik als kind geweldig.
Ik wou er altijd al gaan werken, maar vader vond dat het er niet de tijden voor waren.” En dus was Kristel jarenlang actief in de horeca. “Dat is dag en nacht werken. Uiteindelijk ben ik op mijn 33ste naar de ‘shop’ gegaan om ook havenarbeid te gaan doen. Tegenkanting? Welneen! De dokwerkers vonden het geweldig en riepen: ‘Eindelijk schoon volk’. Natuurlijk maakten ze grapjes. Daar moet je tegen kunnen. Je moet ook mee een pintje kunnen drinken. Ze hebben me nooit onder tafel kunnen drinken.”
Bron:GVA
Geen opmerkingen:
Een reactie posten