De ICCT (International Council on Clean Transportation) heeft een analyse gemaakt van de energievraag en -behoeftes voor containerschepen op de drukste scheepvaartroute ter wereld. Dit om de mogelijkheid van waterstofaandrijving over de Stille Oceaan te kunnen inschatten.
Koolstofvrije brandstoffen toepassen op lange afstandsroutes is bijzonder uitdagend omdat die vaak minder energie per volume-eenheid bevatten dan fossiele brandstoffen. Waterstof wordt al gebruikt voor auto's, bussen, vrachtwagens en ferries, maar nog niet voor grote containerschepen. Daar zou de komende jaren wel eens verandering in kunnen komen.
Minimale inspanning
De studie concludeert dat een emissievrije scheepvaart tussen China en de Verenigde Staten tegen 2030 mogelijk is met een minimale inspanning in de scheepvaartoperaties. De scheepseigenaren zouden 5% van de laadruimte, of 300 containers, moeten 'opofferen' voor extra opslag van waterstof. Een ander alternatief is dat de containerschepen één haven extra aanlopen om bij te tanken.
Meer dan 60% van de rederijen heeft de keuze tussen een eerste of een tweede aanloophaven die weinig afwijken van hun vaste routes. Dutch Harbour in de Verenigde Staten en de havens in Japan bleken het beste gelegen op de trans-Pacific om toekomstig waterstof te bunkeren. Vandaag is er op deze route nog geen infrastructuur voor waterstofbunkering beschikbaar.
Waterstof wordt opgeslagen in tanks als een vloeistof en gebruikt in een brandstofcel die de waterstof omzet in elektriciteit. Deze technologie kan zware stookolie in een interne verbrandingsmotor, dat de schepen momenteel gebruiken, vervangen.
ICCT biedt technische en wetenschappelijke analyses aan milieuregelgevers. De studie past binnen de IMO-doelstelling om de CO2-uitstoot van de internationale scheepvaart tegen 2050 te halveren. Ook veelbelovende brandstoffen zoals ammoniak en methanol, die een nog hogere energie-inhoud hebben dan waterstof, worden door ICCT onderzocht.
Bron:Flows
Geen opmerkingen:
Een reactie posten