De manier waarop in het Antwerpse havengebied arbeid wordt georganiseerd in de logistieke sector zorgt voor een stevige handicap ten opzichte van de concurrentie, stellen Walter Van Mechelen, de voorzitter van Alfaport (de federatie van de Antwerpse havenbedrijven), en Stéphane Verbeeck, voorzitter van Voka-Kamer van Koophandel Antwerpen-Waasland, in een gezamenlijke open brief. Daarmee lijken ze zich bij Fernand Huts te voegen, de topman van Katoen Natie die ermee dreigt geplande investeringen in Antwerpen in te trekken.
Dat alle arbeid in het havengebied, ook die in de logistieke sector, volgens een strikte toepassing van de wet-Major door erkende dokwerkers moet gebeuren, lijkt niet enkel Huts een doorn in het oog. "Deze situatie verstoort het zogenaamde level playing field", stellen Van Mechelen en Verbeeck. "Zo wordt in een magazijn in pakweg Venlo, Duisburg, Marseille maar ook in de Gentse haven exact dezelfde logistieke activiteit ontwikkeld tegen veel goedkopere loon- en arbeidsvoorwaarden."
Van Mechelen en Verbeeck vragen zich in de open brief af waarom in het Gentse havengebied de logistieke diensten wel uit de wet-Major kunnen worden gelicht, maar in Antwerpen blijkbaar niet. "Om het onderscheid te maken tussen logistiek werk en het fysieke laden of lossen van zeeschepen, hoef je volgens ons geen leger experts op te trommelen", stellen ze, terwijl ze tegelijkertijd wel benadrukken dat ze de wet-Major zelf niet in vraag stellen. Echte havenarbeid vereist immers knowhow en vergt een hoge graad van techniciteit waardoor je die niet zomaar aan iedereen kan toevertrouwen, klinkt het nog.
Bron:HLN
Geen opmerkingen:
Een reactie posten