Directeur Havenbedrijf Christian De Block |
Al zowat twintig jaar liggen de slepers van het havenbedrijf afgemeerd bij de Lillobruggen aan kaainummer 602. In dat gebouw is ook hun dispatching gevestigd.
Hun werkhuizen en droogdokken, waar zo’n tachtig technici werken, liggen daarentegen al sinds 1860 op het Eilandje, langs het Kattendijkdok. Vermits daar een Maritiem Museum komt, moeten die diensten daar weg. “Al geruime tijd waren er ideeën over een verhuizing”, aldus Christian De Block, operationeel directeur van het Gemeentelijk Havenbedrijf.
Midden 2015 koos de raad van bestuur voor een herlokalisatie van de diensten naar de gronden langs het Kanaaldok van kaainummer 602 tot 612. “Louter operationeel en ergonomisch is de beste plaats hier immers vlakbij de Tijsmanstunnel. Alle operationele en onderhoudsdiensten worden hier gecentraliseerd.”
Dokken in Nederland gebouwd
Op de 7,7 hectare tussen het Kanaaldok en de Blauwhoefweg, een parallelweg met de Noorderlaan, wordt nu in twee fasen gewerkt. Het legecontainerdepot Ancon ontruimde er zijn deel. Eind januari begonnen op die gronden de werken voor fase één: in de schaduw van een gigantische windmolen werden op de zandvlakte inmiddels de voorbije weken 350 palen tot 9 meter diep geheid. De contouren van de toekomstige magazijnen, goed voor zowat 10.000 vierkante meter, van het Algemeen Werkhuis Noord (AWN) en van de kantoren worden er stilaan zichtbaar. Midden december moet dit complex reeds klaar zijn.
Voor de deur van dit complex worden vanaf juli twee drijvende droogdokken afgemeerd: die constructies van respectievelijk 55 en 45 meter lang met een tussenponton van 12 meter worden momenteel op de Ravestein-werf in het Nederlandse Deest gebouwd. Kostprijs: 13 miljoen euro. Speciaal voor die dokken dienden vooraf ook de kaaimuren verdiept te worden (kostprijs 5,7 miljoen). Gisteren werd het grootste, afzinkbare dok al in Deest te water gelaten.Bron: GVA
Geen opmerkingen:
Een reactie posten