Modernisering havenarbeid is niet meer te vermijden

Europa wil dat België het statuut van de havenarbeid moderniseert. Dat ligt bijzonder gevoelig. Want de wet-Major, die de bescherming van de dokwerkers garandeert en het gebied afbakent waarbinnen werk wordt beschouwd als havenarbeid, wordt door de vakbonden met hand en tand verdedigd.

De wet is verouderd omdat het werk in de haven ingrijpend is veranderd sinds ze meer dan een halve eeuw geleden werd ingevoerd. Zo worden er op het grondgebied van de haven steeds meer activiteiten ontplooid die weinig of niets te maken hebben met het laden en lossen van schepen. Denk maar aan de e-commerce op de terreinen van Katoen Natie, het bedrijf van Fernand Huts.

De meeste Europese landen met zeehavens hebben hun wetgeving al gemoderniseerd. Nederland, Frankrijk, Duitsland, Spanje, Italië: overal zijn grote hervormingen doorgevoerd. Maar België blijft achter. In het regeerakkoord had de ploeg Di Rupo I zich nochtans geëngageerd om de zaak deze legislatuur te regelen, maar amper anderhalve maand voor de verkiezingen is dat nog steeds niet gebeurd. En het zou ons verbazen als minister van Werk Monica De Coninck (sp.a) alsnog een konijn uit haar hoge hoed tovert.

De politieke context ligt er vingerdik op. De socialisten staan er voor deze verkiezingen toch al niet rooskleurig voor, en dus kunnen ze een conflict met de stugge havenvakbonden missen als kiespijn. Zeker in Antwerpen, het voormalige rode bastion dat bij de verkiezingen van 2012 al zwaar werd beschadigd.

De modernisering van de wet-Major zal dus wel een opdracht voor de volgende regering worden. Dat die hervorming er komt via het sociaal overleg, zoals de sp.a altijd heeft bepleit, is niet evident. De bonden zullen hun posities blijven verdedigen en de werkgevers zijn als de dood voor stakingen. Maar onder druk van de Europese Commissie zal het vroeg of laat toch moeten gebeuren, desnoods via de juridische weg. En dat kan beter worden vermeden.

De wet-Major heeft veel positieve elementen, die ook behouden moeten blijven. De aanpassingen mogen niet leiden tot sociale afbraak in deze toch al moeilijke tijden op het vlak van de werkgelegenheid. Maar sommige onderdelen van de wet schaden de concurrentiepositie van de haven en zetten een rem op de verdere ontwikkeling. Daar wordt niemand beter van, ook niet de havenarbeiders.

Bron:GVA